De Indische olifant (Elephas maximus indicus) is een ondersoort van de Aziatische olifant die voorkomt in India. Hij wordt 5,5 tot 6 meter lang en ongeveer 3 meter hoog. Hij heeft een gewicht van om en nabij de 5000 kilo. Op de grassteppes en in de bossen voedt hij zich met gras, bladeren en andere plantendelen. Vergeleken met de Afrikaanse olifant heeft de Indische olifant kleinere oorschelpen en kleinere slagtanden. Ook hebben de Indische olifanten maar een lip en zit hun kop lager dan hun ruggengraat. De Afrikaanse olifanten zijn ook groter dan de Indische olifanten De vrouwtjes zijn kleiner dan de mannetjes en bij hen zijn de slagtanden alleen in aanleg aanwezig.
Na een draagtijd van 21 maanden brengt de olifantenkoe een jong ter wereld. Het jong wordt meer dan twee jaar gezoogd en blijft ook daarna nog lang bij de moeder. De olifanten scheiden tijdens de paartijd een sterk ruikende vloeistof af uit klieren die zich aan de zijkant van het lichaam bevinden. Gedurende deze tijd zijn de dieren onberekenbaar en agressief.
Planteneters Olifanten eten wel tweehonderd kilo per dag. Het zijn echte planteneters. Met hun slurf plukken ze bladeren, vruchten en takken van de bomen. Een kudde olifanten bestaat uit een oude olifantenkoe, die de leiding heeft, meerdere vrouwtjes en hun jongen en een ouder mannetje. In de nabijheid van de kudde leven nog meer olifantenstieren.
Planteneters Olifanten eten wel tweehonderd kilo per dag. Het zijn echte planteneters. Met hun slurf plukken ze bladeren, vruchten en takken van de bomen. Een kudde olifanten bestaat uit een oude olifantenkoe, die de leiding heeft, meerdere vrouwtjes en hun jongen en een ouder mannetje. In de nabijheid van de kudde leven nog meer olifantenstieren.
In groepen
Mannetjes- en vrouwtjesolifanten leven apart. De vrouwtjes hebben een hechte familieband. Ze beschermen hun jongen goed. Soms komen verschillende families samen, dan ontstaan er grote groepen van twintig of dertig olifanten, of nog meer. Dochters blijven een leven lang bij hun moeder. De zonen verlaten de groep zodra ze volwassen zijn. Zij leven alleen, of in mannengroepen die samen op zoek gaan naar voedsel en water
Slurfen, snuffelen
Kussen met een slurfIn de paartijd komen de mannetjes en vrouwtjes samen. Eerst besnuffelen ze elkaar met de slurf en ze aaien ermee over elkaars hoofd. Soms strengelen ze de slurven in elkaar. Na de paring blijven ze nog even samen, en dan gaan de groepen weer hun eigen weg. Twee en twintig maanden later worden de jongen geboren. De vrouwtjesolifant is dus bijna twee jaar drachtig. Als het vrouwtje voelt dat ze gaat werpen, trekt ze zich terug in het struikgewas. Soms gaat een ander vrouwtje mee om te helpen. Meestal wordt er één jong geboren. Dat gebeurt altijd in de regentijd. Dan is het minder warm en is er voldoende voedsel te vinden voor de moeder.
Crèche
Een pasgeboren olifant weegt ongeveer 90 kilo. Het jong drinkt melk. Hij gooit de slurf naar links of naar rechts en zet zijn mond om de tepel van de moeder, net zoals alle andere zoogdieren melk drinken. De tepels van moeder olifant zitten tussen haar voorpoten! Het kalfje kan al meteen lopen. Na twee dagen gaat hij mee met de groep. Hij blijft altijd dicht bij de moeder. Binnen een groep olifanten lopen de vrouwtjes aan de buitenkant om de kleintjes in het midden te beschermen tegen vijanden en tegen de hitte van de felle zon. Soms verlaten de volwassen vrouwtjes de groep om voedsel te zoeken. Dan blijven de jongen achter bij een 'oppasolifant'. Zo'n groep kleintjes bij elkaar doet wel denken aan een crèche
Geen opmerkingen:
Een reactie posten